Locked-in

9 feb

De meeste mensen zullen het niet begrijpen, maar Bart is altijd lief voor me geweest. Het was natuurlijk vreemd, in het begin, maar ik ben er inmiddels ook wel aan gewend dat ik machteloos ben. Na verloop van tijd leg je je erbij neer. Mensen doen rare dingen als ze denken dat je zo goed als dood bent. Ze prikken in je wang, knijpen in je neus, kietelen onder je voeten. Ik heb eens een zoenend stelletje in de kamer gehad, en een tijd lang kwam een broeder hier ‘s nachts porno kijken.

Bart was anders. Hij zorgde er altijd voor dat mijn kamer opgeruimd was. Af en toe nam hij bloemen mee, dat kon ik ruiken. Hij zette ze in een vaas naast mijn bed, zong als hij de kamer poetste. En hij praatte tegen me. Niet dat hij dacht ik hem kon horen, zei hij, hij wilde gewoon iets zeggen. Niet doen of ik er niet was. Zo bleef ik op de hoogte van wat er in het ziekenhuis gebeurde: dat Hetty van de balie weer eens op haar kop had gekregen, dat dokter Wolting vreemdging met zuster zo en zo, dat er bezuinigd moest worden. Over zichzelf vertelde hij weinig. Eén keer liet hij vallen dat hij een vriendin had, Sophie. Ze hadden ruzie gehad, zei hij. Vanaf dat moment ging hij mij complimentjes maken.

Lees verder

Vogeltje

14 dec

Foto_Vogeltje_bewerkt

Ik lig in de hangmat te lezen als Anne met een uit het nest gevallen vogeltje het bos uit komt lopen. Ik ben net ook ongeveer daar naar de wc geweest, maar mij is niks opgevallen. Dat Anne het wel gezien heeft is geen toeval. Het kwetsbare is een spiegel waarin ze zichzelf herkent. Daaraan loop je niet makkelijk voorbij.

‘Ze ademt nog,’ zegt ze.

Onder het op en neer bewegende huidje zijn blauwe adertjes te zien. Er is een begin van vleugels, een aanzet tot veren – grijsblauw en groen. Het snaveltje rust plat op Annes hand, alsof het diertje voorover is gevallen en niet meer rechtop kan komen.

‘We kunnen haar het beste uit haar lijden verlossen,’ zeg ik. ‘Ik kan met de schep… nou ja…’

Anne draait zich om.

‘Ze mag niet in de zon.’

Lees verder

Te ver

3 okt

Foto_OudeTractor_TeVer_bewerkt

‘Ik bedoel, ik heb dus niks tegen technologie, hè? Hoe zou ik al mijn koeien moeten melken zonder machines? Daar had je vroeger tig knechten voor nodig, hè? Van die jongens uit de buurt die het vak moesten leren. Of gewoon geld nodig hadden. Nou, dat was geen pretje hoor, de hele dag van die lapzwansen op het erf. Was ik alleen maar bezig die gasten achter de broek te zitten. Want als je er niet met je neus bovenop stond deden ze niks, hè? Bietje aankloten, geintjes uithalen met mekaar. Gevechten met koeienstront, verstoppertje in het hooi, glijwedstrijden van de mestvaalt af. Ik heb het allemaal gezien. Maar melken, ho maar. Stonden die arme beesten daar te loeien.’

‘Sorry hoor. Wacht, ik schuif wel wat op. Bietje krap is het wel, hè?’

Lees verder

Swimming with the crocodiles*

6 sep

SwimmingwiththeCrocodiles_foto_bewerkt

Het is 1 januari en het meisje met het kwetsbare gemoed ligt op de bank. Haar telefoon produceert een smekende stem, komend vanuit een moeras, zo lijkt het. Het geluid sijpelt je oor binnen. Langzaam dringt het tot je door dat dit al een tijdje aan de gang is. Het nummer staat op repeat. Je moet in slaap gevallen zijn.

Je zou hem uit dat moeras willen trekken, die zanger, maar je kunt er niet bij. Je draait je om naar de wekker, rolt jezelf strakker in de deken. Het is bijna half vijf.

‘Wat doe je?’ vraag je.

Spinning round and round and round, klaagt de zanger.

‘Kan dat uit?’

Lees verder

Zee

2 aug

DSC_2460 (2)

‘De Zwarte Zee is natuurlijk eigenlijk geen zee, maar een meer,’ zeg ik als J. naast me in de auto stapt.

‘Zeurkous,’ zegt ze. ‘Je wilt er gewoon niet naartoe.’

‘Ik probeer je te behoeden voor een teleurstelling,’ zeg ik.

J. komt uit Zeeland en net als alle Zeeuwen wordt ze chagrijnig van al te lange perioden zonder zand in het haar en zilt op de lippen.

‘Je kunt er wel wildkamperen, op het strand,’ zegt J. ‘Dat wil jij toch zo graag?’

‘Het is geen Zeeland,’ zeg ik. ‘Ik weet niet eens of het water wel zout is.’

‘Zeeland kan me gestolen worden. Rij nou maar gewoon.’

Lees verder

De laatste dag dat ik danste

30 mei

audience-1850119__340

Op maandag 27 juni rond tien uur ’s morgens reed er een tractor over mij heen. Ik had daar niet op gerekend, ik sliep. Kim was de avond daarvoor al vertrokken met de camper, mijn tentje stond alleen, onbeschermd. Het was drassig, elke nacht als ik de tent uit moest om te pissen trok ik mijn bergschoenen aan. Ze stonden binnen bij de ingang op een vuilniszak. Met uitzondering van die schoenen en de broek die ik droeg naar het festivalterrein, was het me gelukt alles redelijk schoon te houden. Ik had een kater, maar daar merk je niks van als er een tractor over je heen rijdt.

Lees verder

Vallen om te leven

29 apr

Foto_Oversteek_VallenomteLeven_20151120_144610

Ken je dat? Dat de wereld in je hoofd sneller draait dan de werkelijkheid? Zoals een droom de dromer een eeuwigheid geeft, maar in feite slechts een fractie van een seconde duurt. Zoals je bij een déja vu al iets gezien hebt voordat je het echt ziet. Zoals je vlak voor het sterven je hele leven in een flits voorbij ziet komen. Dat is wat er nu gebeurt.

Lees verder

Veteraan

30 dec

Op het moment dat ik voor de tweede keer dit jaar door mijn enkel ga is er niemand in de buurt. Ook van de eerste keer wil ik niemand de schuld geven, maar dat was tenminste nog in een duel. Nu is er alleen de bal, en ballen kun je niks kwalijk nemen.

Ik denk dat ik een passeerbeweging wilde maken en mij onderweg bedacht. Dat ik bij nader inzien toch een pass wilde geven. Maar mijn voet stond al in de stand voor de passeerbeweging, terwijl mijn been op weg was naar een pass. Dat je hoofd iets bedenkt en nog voordat dat uitgevoerd is, iets anders. Dat er dus twee niet compatibele acties tegelijkertijd uitgevoerd moeten worden. En dat je hoofd dan niet bedenkt dat een lichaam tijd nodig heeft, dat gedachten sneller gaan dan bewegingen. Kortsluiting, zoiets.

Lees verder

Uit het ouderlijk huis (6)

22 sep

Afscheid

In de ongewoon warme avond van donderdag 19 april 2018 parkeer ik Landcruiser op de oprit van Beeselseweg nummer 7. Ik rijd voorzichtig achteruit. De daktent past net onder het afdak van de carport. Ik zet de motor uit, doof de lichten, blijf nog even zitten. Ik denk aan tweeëneenhalf jaar geleden. Ook toen parkeerde ik Landcruiser op dezelfde manier achter het ouderlijk huis. Ik had twee jaar door Afrika gereisd en was er zonder kleerscheuren vanaf gekomen. Ook toen bleef ik nog heel even zitten. Er was iets volbracht. Ik was weer thuis. Het huis dat ik had achtergelaten stond er zoals het er altijd gestaan had. Er kon mij niks meer gebeuren. Ook nu staat het huis er zoals het er al bijna veertig jaar staat en toch is nu alles anders.

Lees verder

Uit het ouderlijk huis (5)

30 aug

Pim_DugOut_KVC_bewerkt

Voetbal

Als ik niet naar school hoef voetbal ik achter het huis. Mijn moeder moet gek worden van de bal die de hele tijd tegen de muur bonkt, maar ze zegt er nooit wat van. Mijn vader wel, op zaterdagen, wanneer hij overdag thuis is en in de kamer de krant zit te lezen. Ik speel ook keeper. Ik gooi de bal hoog tegen de muur zodat die terugkaatst tussen de palen van de schommel, die dienst doet als goal. Ik spring, duik en val om de bal te vangen of net voor de kruising weg te tikken. Door de opstelling van de schommel ten opzichte van het huis kan ik alleen vanaf links gooien, waardoor ik, nu nog steeds, alleen maar naar rechts kan duiken.

Lees verder