Meisjes
Ik heb een droom die steeds terugkomt. Er staat een huis in brand. In dat huis zit Brigitte. Op een onmogelijke, heldhaftige, maar niet nader gespecificeerde manier weet ik dat huis in te komen en haar te redden. Daarna ligt ze in het ziekenhuis. Ze is zwaar gewond, maar ze overleeft het, dankzij mij. Iedereen uit mijn klas laat haar daar verder in de steek, behalve ik. Ik kom haar elke dag opzoeken en dat levert mij haar eeuwige liefde op. Er is ook een versie waarbij ik haar red en zélf in het ziekenhuis beland. Dan komt zij mij opzoeken. Het uiteindelijke effect is hetzelfde.
Na school ga ik soms fietsen. Zo zeg ik dat tegen mijn moeder, dat ik ga fietsen. Dat is niet gelogen, ik ga inderdaad fietsen, ik zeg alleen nooit waarheen en waarom. Mijn moeder vraagt wijselijk nergens naar. Ik fiets richting school, maar niet via de normale route. Ik kies altijd een andere route, want het mag niemand opvallen wat ik aan het doen ben. Uiteindelijk fiets ik volkomen achteloos door de Keverbergstraat, langs het huis van Brigitte. Lees verder