Ik zal talmen, uitwegen zoeken.
Mezelf proberen warm te houden.
Maar op den duur zal ik er toch
aan moeten geloven, zal ik
lopen gaan, naar de anderen toe
die al om het vuur gegroepeerd staan.
(gedicht van Dorpsoudste de Jong, ergens op internet geciteerd door dichter Erik Lindner, die in Zimbabwe was en daar verslag van deed voor Poetry International)
Lieve I,
Ik vertelde je al eerder over de Europese bubble waarin ik sinds Kenia min of meer terecht ben gekomen, en het verlangen daaraan te ontsnappen. Welnu, dat ontsnappen is vooralsnog totaal mislukt. De bubble is hier in Uganda alleen maar groter geworden. Ik realiseer me steeds meer dat je door Oost-Afrika kunt reizen zonder ook maar iets van het lokale leven mee te krijgen. Natuurlijk, ik zie vanalles vanuit Landcruisers raampje, de dorpjes met lemen huizen, de winkeltjes langs de kant van de weg, de scholen met kindertjes in uniform, maar ik neem er niet aan deel. Ik kom op schitterende plekken, bij lodges met uitzicht waar ik als jongetje van droomde, in natuurparken waar de BBC en National Geographic hun beelden schieten, maar die lodges zijn allemaal eigendom van Europeanen en de parken worden alleen bezocht door blanke toeristen. Reizen in Oost-Afrika is niet per se het avontuur dat alle reisbureaus je willen laten geloven, zeker niet als je bij die bureaus een tour boekt. Zelfs als je in je eentje gaat, zoals ik, word je bijna vanzelf die bubble ingezogen.